En zo brak de laatste ochtend aan na een volle, warme week en een korte laatste nacht (Gemert heeft geweten dat we er waren hoor, zelfs de inwoners van Erp en Boekel kwamen met boerenkielen in de aanslag vragen of het Carnaval al begonnen was).
Omdat we op vrijdagmiddag een mooie-bedden-wedstrijd hebben gehouden, met als voorwaarden een opgeruimde tas en ‘alles van de vloer’, waren we snel klaar met inpakken (de kampleiding is ook niet van gisteren he).
Het ontbijt uit het vuistje werd opgegeten, terwijl de vrachtwagen aan kwam rijden voor alle fietsen en tien karren met spelmateriaal. Dus het inladen en opruimen kon beginnen, maar vele handen maken licht werk. En wedden dat het IJW-Kamp de kamphuizen het aller-aller-allernetst achter laat van heel het universum? Roland gaat namelijk altijd voor in een militaire mars (ja, op muziek) waarbij alle kinderen met een zakje zoekend over het veld gaan om de meest piepkleine snippertjes op te ruimen. Geen snoeppapiertje of waterballonnetje meer te vonden.
De koffie stond klaar en de eerste ouders druppelden binnen om kind + vuile was op te halen. Er werd flink geknuffeld en gekust. Verhalen vertellen gebeurde echter nog niet. Dat zal later wel komen als iedereen weer is uitgeslapen. En mocht het dan nog niet gebeurd zijn, kunt u altijd deze stukjes nog eens nalezen. We reden naar Zwijndrecht en haalden daar de fietsen weer op. Alle kampspullen staan weer in de Pastorie te wachten om uitgezocht te worden voor volgend jaar.
In het Brabantse land, ergens tussen Bemmer en Leurke, in een bocht van het riviertje de AA, ligt een oude boerderij. In het felle licht van de zon staan de stoelen, tafels en stapelbedden te wachten. Ze wachten op het leven. Ze wachten op nieuwe avonturen van een volgend kamp. Maar ze zien er een beetje vermoeid uit. Ze rusten daarom even uit, van de ene poot op de andere. Want het IJW-Kamp heeft een week lang gezorgd voor leven in de brouwerij. De muren trillen nog na. We hebben gelachen, gespeeld, gezweet, gefietst, gezongen en gegeten. We bouwden nieuwe steden, hebben nachtenlang overgelopen, we vonden water op Mars, en we leerden vanalles om astronaut te worden en te praten met aliens. Hanganga is het toverwoord!
Een week lang hebben we plezier gehad met vrienden en vriendinnen. We hebben elkaar voor de gek gehouden (heel vaak) en we hebben gespeeld tot we niet meer konden. En oke, sommigen werden er een beetje misselijk van. Hierdoor was het voor kinderen en kampstaf een intense week.
Maar dat vergeten we snel en we genieten van de kleine momenten die we hebben gezien. Een trotse lach na een mooi optreden op de Bonte Avond, vrolijkheid op de roetsjbaan, het delen van snoepjes als het geld op was, samen stempels verdienen door gekke opdrachten te doen en de verbazing op het gezicht als je werd verkozen tot Zonnetje van de Dag.
Voor al die momenten en alles wat we beleefd hebben willen wij als kampstaf onze 42 ruimtereizigers bedanken! Zonder jullie geen feest.
Daarnaast veel dank aan Wilma, Amy (dank ook voor de titel van deze blog!), Kitty, onze vrachtwagenchauffeur Jan!, alle fietsers, sponsoren en iedereen die zo met ons hebben meegelachen en meegeleefd. Volgend jaar maken we er weer een feest van, maar dan in Bladel!
Hartelijke Groeten en fijne vakantie,
Elsbeth, Annebel, Jantine, Anne, Fleur, Jeroen, Joost, Roland, Tijmen, Maarten en Diederik
Diederik bedankt voor de mooie verhalen. Het was een genot om een klein deel hiervan ook zelf meegemaakt te hebben.
Overigens was het “Resumé” volgens mij van Joost. Maar ik zat naast hem, dus het straalt bij deze een beetje op mij af.
Rust allemaal lekker uit en heb een fijne vakantie.